Groningen/Drenthe – De trek van Randstedelingen naar het noorden van Nederland lijkt een nieuwe fase te hebben bereikt. Steeds meer woningzoekers uit drukbevolkte gebieden als Amsterdam, Utrecht en Den Haag verlaten de stad in hun zoektocht naar rust, ruimte en betaalbaarheid. Het gevolg: huizenprijzen in Groningen en Drenthe bereiken historisch hoge niveaus.

Veranderende woonwensen na corona

Sinds de coronapandemie is de waardering voor ruimte en groen fors toegenomen. Veel stedelingen ontdekten tijdens het thuiswerken dat het leven buiten de stad ook zijn voordelen kent. Waar voorheen nabijheid tot werk en voorzieningen de doorslag gaf, zijn nu woonkwaliteit, buitenruimte en leefomgeving veel belangrijker geworden. Deze trend zet zich tot op de dag van vandaag voort.

Ongekende prijsstijgingen in het Noorden

Volgens recente cijfers van makelaarsverenigingen en het Kadaster zijn de huizenprijzen in zowel Groningen als Drenthe in het afgelopen jaar met respectievelijk 8,3% en 9,1% gestegen – fors hoger dan het landelijke gemiddelde. In populaire dorpen zoals Haren, Zuidlaren, Rolde en Diever worden inmiddels records gebroken, met transactieprijzen die tot 30% boven de vraagprijs uitkomen.

Makelaars signaleren een duidelijk patroon: “De helft van de biedingen op vrijstaande woningen of karakteristieke woonboerderijen komt inmiddels van buiten de regio,” aldus een lokale makelaar. “Veel van hen zijn bereid fors meer te betalen om hun droomplek te bemachtigen.”

Invloed op de lokale woningmarkt

Hoewel de toenemende vraag vanuit de Randstad voor verkopers goed nieuws is, heeft het ook schaduwzijden. Starters en lokale woningzoekers kunnen vaak niet op tegen de hogere budgetten van Randstedelijke kopers. Hierdoor ontstaat er druk op de doorstroming binnen dorpen en kleinere steden. Lokale overheden zoeken naar manieren om balans te behouden, onder andere via nieuwbouwplannen gericht op lokale behoefte.

Toekomstperspectief: blijvende aantrekkingskracht

De verwachting is dat deze beweging niet tijdelijk is. De blijvende spreiding van werk (hybride werken), het aantrekkelijker wordende imago van Noord-Nederland en de lagere grondprijzen maken de regio een structureel interessant alternatief. Tegelijkertijd roept het vragen op over hoe het karakter van dorpen behouden blijft, en hoe gemeenten voldoende woningen kunnen realiseren voor zowel nieuwe als bestaande inwoners.